Definitie been-

De term bot, met een etymologische oorsprong in de Latijnse osseus, is een bijvoeglijk naamwoord dat een naam heeft die hoort bij of gelinkt is aan botten . Een bot daarentegen is een stuk grote hardheid dat het skelet van een klasse van levend wezen (de zogenaamde gewervelde dieren ) samenstelt.

Botten zijn solide structuren die voornamelijk bestaan ​​uit botweefsel en deze vormen het zogenaamde botsysteem. De interne skeletten zijn stijve of halfharde structuren die zich in een lichaam bevinden en bewegen dankzij de werking van een spierstelsel. In het geval van mensen en sommige zoogdieren, zijn deze structuren verbeend of gemineraliseerd en worden daarom botten genoemd.

Kraakbeenderen zijn ook belangrijke componenten van het skelet , omdat ze de structuur ervan aanvullen. De neus en oren van mensen maken op verschillende manieren gebruik van het kraakbeen. Er moet worden vermeld dat sommige organismen geen bot in hun skeletten hebben, maar uitsluitend bestaan ​​uit kraakbeen; haaien zijn daar een duidelijk voorbeeld van. Om de botten te verbinden met de rest van de stijve structuren zijn er ligamenten; de vereniging met het spierstelsel wordt bereikt door de pezen.

Het skelet vervult diverse functies van groot belang, waarvan sommige zijn:

* Ondersteuning : dit systeem van botten of kraakbeen stelt ons in staat om de rest van de lichaamsdelen te ondersteunen en te fixeren, maar ook om de spieren, ligamenten en pezen in positie te houden, omdat deze geen stijfheid of stevigheid hebben;

* Beweging : hoewel de beweging niet kon plaatsvinden zonder de hulp van de spieren, is het benige systeem een ​​essentieel onderdeel van de beweging, omdat het dient om het lichaam stevig en gestructureerd te houden;

* Hematopoiese : in het rode beenmerg van de lange botten heeft de productie van rode bloedcellen en, in mindere mate, lymfocyten en monocyten;

* Bescherming : gezien de stevigheid ervan, voorkomen de botten dat de organen achter hen worden beschadigd wanneer het lichaam situaties doormaakt zoals een val op de grond, een slag met een ander stevig lichaam of een aanval door een ander levend wezen. Enkele voorbeelden van deze functie zijn het encefalon, dat zich perfect binnen de schedel bevindt; de longen en het hart, die de bescherming van de ribben en de wervelkolom ontvangen; de ogen, die zich comfortabel in de baanholte bevinden; het oor, ingesloten in het slaapbeen; het ruggenmerg, dat in de wervelkolom functioneert.

Aanbevolen