Definitie functionalisme

Het concept van functionalisme verschijnt in verschillende wetenschappen en takken van de kunst om de stroom te noemen die het overgrote deel van de formele en utilitaire componenten aankondigt. De term kan daarom verwijzen naar een doctrine van de architectuur, een school voor taalkunde of een beweging van de psychologie, om enkele gevallen te noemen.

Emile Durkheim

Op een algemeen niveau kan worden gezegd dat functionalisme een school voor sociale wetenschappen is, waarvan de oorsprong teruggaat tot de jaren dertig. Deze theorie is verbonden met denkers als de Franse Émile Durkheim en de Amerikanen Talcott Parsons en Robert Merton, onder anderen.

Vanuit het oogpunt van de psychologie wordt functionalisme beïnvloed door Amerikaans pragmatisme en evolutionisme (ontstaan ​​aan het einde van de 19e eeuw in de Verenigde Staten). Het was sterk gekant tegen structuralisme en verhoogde de studie van de geest van de functies die elk individu ontwikkelde en niet van de structuur van de geest (zoals ook het structuralisme deed). In het functionalisme bestudeerden we voornamelijk onze interactie met de omgeving, het gedrag dat we hebben en de effecten die ze veroorzaken in onze respectieve omgevingen. William James, James R. Angell en John Dewey zijn de meest opvallende auteurs binnen deze psychologische stroming.

In de taalkunde wordt deze stroming geleid door André Martinet, een van de grondleggers van de International Society of Functional Linguistics (SILF), die de basis legde voor linguïstisch functionalisme .

De hoeksteen van het functionalisme is het principe van relevantie, dat wil zeggen dat voor het uitvoeren van de studie van een object een standpunt nodig is. Als dat standpunt eenmaal is bereikt, begint de studie zich te concentreren op het gebied dat taalwetenschap betreft en afgezien van die aspecten die door andere disciplines bestudeerd zouden moeten worden.

De studie van taal vanuit een functioneel oogpunt vereist ook observatie en respect voor elk van de feiten van de studie. Het resultaat van dit alles is om de functie van taal in al zijn aspecten te activeren en theorieën vast te stellen die helpen om de richtlijnen van kennis binnen deze discipline te markeren.

Het belangrijkste kenmerk van de functionalistische beweging is een visie die zich richt op het empirische en op het belang van praktisch werk. Dit begunstigde de ontwikkeling van disciplines zoals wetenschappelijke antropologie, met specialisten die over de hele wereld reisden om hun werk rechtstreeks in het studiegebied te ontwikkelen.

De theorie van het functionalisme is gebaseerd op systeemtheorie en gaat ervan uit dat de organisatie van de samenleving in een systeem de oplossing vereist van vier essentiële kwesties: de beheersing van spanningen, aanpassing aan een omgeving, de zoektocht naar een gemeenschappelijk doel en de integratie van verschillende sociale klassen.

In de communicatiewetenschappen kwam de functionalistische theorie aan het begin van de 20e eeuw naar voren. Volgens deze opvatting zijn de media van plan om een ​​soort effect te hebben op wie de boodschap ontvangt, dus zoeken ze naar overreding. Deze ontvangers hebben ook bepaalde vereisten die de media moeten aanpakken.

Aanbevolen