Het eerste dat we gaan doen om de betekenis van de eencellige term te bepalen, is de etymologische oorsprong ervan kennen. In deze zin moet worden gesteld dat het uit het Latijn komt, omdat het het resultaat is van de som van twee woorden van die taal: "unus", wat kan worden vertaald als "één", en het zelfstandig naamwoord "cellula", dat gelijk is aan "cel" ".
Eencellig is het adjectief dat wordt gebruikt om organismen te beschrijven die slechts één cel hebben . Cellen, aan de andere kant, zijn de fundamentele componenten van levende wezens, die zich onafhankelijk kunnen reproduceren.
Het is belangrijk om in gedachten te houden dat alle organismen in hun begin eencellig zijn, omdat ze van een zygote komen . In de loop van de tijd maken wezens onderscheid tussen degenen die een enkele cel onderhouden (de eencellige ) en die cellen die worden gevormd door meerdere cellen die verschillende functies hebben (de multicellulaire cellen). Opgemerkt moet worden dat de meeste organismen eencellig zijn.
Het is belangrijk op te merken dat wordt aangenomen dat meercellig zijn iets positiefs is, in zoverre dat wordt vastgesteld dat wezens van dat type, onder andere, meer mogelijkheden, functionaliteiten en organen hebben om zich aan te passen aan alle garanties en op de beste manier om de veranderingen die in hun leven verschijnen.
Met een enkele cel zijn eencellige organismen eenvoudiger dan multicellulaire organismen. In het geval van meercellige wezens, zijn de cellen gespecialiseerd in verschillende functies en combineren ze om weefsels te vormen, die op hun beurt zijn verbonden in organen die in systemen werken . Dit maakt de meer complexe soorten, zoals de mens, meercellig.
De eencellige organismen kunnen prokaryoten of eukaryoten zijn . Prokaryotische organismen, ook wel prokaryoten genoemd, worden gekenmerkt door een tekort aan celkern: op deze manier is DNA vrij in het cytoplasma. Eukaryotische of eukaryotische organismen hebben een kern die ze in hun DNA bevatten.
Er zijn verschillende theorieën en diepgaande studies over cellulaire organismen en precies een van de bekendste is die van de botanist en ecoloog Robert Hardind Whittaker (1920 - 1980), die kwam om te bepalen dat er vijf koninkrijken waren om die te classificeren. In het bijzonder legde hij ook uit dat de eencellige wezens gegroepeerd waren in drie van die geciteerde koninkrijken: de protisten, de monaden, waar de prokaryoten zijn gegroepeerd, en enkele schimmels.
Een voorbeeld van een eencellig organisme van het prokaryotische type zijn bacteriën . Escherichia coli, Helicobacter pylori en Leptospira zijn enkele van de wezens die deel uitmaken van deze groep. Wat de eencellige eukaryotische organismen betreft, kunnen we de protozoa vermelden, zoals amoeben en paramecium .
Het is noodzakelijk om aan te tonen dat er mensen zijn die de term die ons bezet zelfs als een belediging gebruiken. Daardoor kunnen ze anderen vertellen dat ze "eencellig" zijn om duidelijk te maken dat ze fundamenteel zijn in hun gedrag en dat ze niet in staat zijn adequaat te denken, geen cultuur hebben of geen kennis hebben.