Het staat bekend als een systeem voor de geordende module componenten die onderling gerelateerd zijn en die interacties met elkaar onderhouden. Deze componenten kunnen fysieke objecten of abstracte concepten zijn.

Materiaal daarentegen is dat wat verbonden is met materie (de primaire realiteit, die door de zintuigen kan worden waargenomen, waarvan dingen zijn samengesteld). In het algemeen wordt het materiaal begrepen als verzet tegen het spirituele.

Met deze definities kunnen we begrijpen waar de notie van het materiële systeem naar verwijst. Het is een deel van geïsoleerd materiaal dat aan bepaalde onderzoeken moet worden onderworpen. Hoewel materiële objecten limieten hebben die duidelijk zijn gedefinieerd, hebben materiaalsystemen geen strikte limieten.

Wanneer het materiaalsysteem identieke eigenschappen en chemische samenstelling vertoont op al zijn punten, spreken we van een homogeen materiaalsysteem . Dit betekent dat het homogene materiaalsysteem een ​​enkele fase heeft, of het nu gasvormig, vloeibaar of vast is.

De homogene, die een enkele fase hebben, kan in twee worden onderverdeeld:
-Oplossingen, dit zijn systemen met twee of meer componenten.
- Zuivere stoffen, die een enkele component hebben.

De heterogene materiaalsystemen, aan de andere kant, hebben twee of meer fasen, waarvan de punten variëren in eigenschappen en chemische samenstelling.

In aanvulling op het bovenstaande kunnen we ook andere kenmerken van de bovengenoemde heterogene systemen zoals deze benadrukken:
-In elk van de fasen hebben ze verschillende eigenschappen.
Op het eerste gezicht onderscheidt het zich ook van dezelfde systemen die discontinu zijn.
-Het contactgebied dat tussen twee fasen bestaat, reageert op de interfacenaam.
-Wanneer het een heterogeen materiaalsysteem betreft, is het mogelijk om gebruik te maken van verschillende fasescheidingsmethoden, waaronder bijvoorbeeld die van fysieke klasse, waarbij warmte-uitwisseling essentieel is, en methoden van mechanische snede. Onder de laatste zijn er verschillende, zoals decantatie, centrifugatie, zeven, magnetisatie, filtratie of solubilisatie.

Een andere classificatie maakt onderscheid tussen materiaalsystemen bestaande uit zuivere stoffen en materiaalsystemen die mengsels van verschillende stoffen zijn . De eerste worden gevormd door een enkele component met vaste eigenschappen en samenstelling die een chemisch element of een chemische verbinding kan zijn.

De materiaalsystemen gevormd door mengsels van stoffen, daarentegen, bevatten ten minste twee zuivere stoffen. Dit kunnen heterogene mengsels of homogene mengsels zijn. Het is mogelijk om de verschillende stoffen van een mengsel te scheiden door middel van destillatie, verdamping of een andere methode.

We kunnen echter niet voorbijgaan aan het feit dat materiaalsystemen ook kunnen worden geclassificeerd op basis van de relatie die ze hebben met de omgeving. Op basis hiervan komen we drie verschillende soorten systemen tegen:
-Open, dat is degene die geïdentificeerd wordt, want wat het doet is om zowel energie als massa uit te wisselen met de omgeving.
-Closed, dat is dat materiele systeem dat alleen uitwisselt met de omgeving is energie.
- Geïsoleerd, wat, zoals de naam al aangeeft, er een is die noch energie, noch massa uitwisselt met de bovengenoemde omgeving.