Locus is een term die geen deel uitmaakt van het woordenboek van de Koninklijke Spaanse Academie ( RAE ). Het gebruik ervan is echter vaak in verschillende contexten.

Op het gebied van biologie wordt het locus genoemd - waarvan het meervoud loci is - naar de specifieke plaats van een chromosoom waar een gen zich bevindt . De locus definieert daarom de positie van het gen of van een andere DNA- sequentie.

De reeks genen die in chromosomen worden gevonden, staat bekend als een genoom . Een genetische kaart, in dit frame, is een geordende lijst van de loci die bekend staan ​​om een ​​bepaald genoom.

Een allel aan de andere kant is een variant van een DNA-sequentie op een bepaalde locus. Die polyploïde en diploïde cellen die chromosomen met hetzelfde allel op één locus hebben, worden homozygoten genoemd ; als ze op een locus verschillende allelen hebben, zijn ze heterozygoten .

Voor de psychologie is de locus de oorsprong die een individu ziet van de verschillende gebeurtenissen die zich in zijn leven voordoen. Het is de mate waarin het individu gelooft dat het motief voor zijn gedrag en gebeurtenissen extern of intern voor hem is.

De locus geeft weer hoe de persoon de feiten relateert aan hun gedrag. Iemand kan geloven dat hun falen of hun prestaties een gevolg zijn van externe factoren (de actie van anderen, geluk, enz.) Of interne factoren (hun vermogen, hun inzet, hun intelligentie). Er is kort gezegd een interne locus of control (gebeurtenissen worden waargenomen als het resultaat van eigen acties) en een externe locus of control (gebeurtenissen worden geacht afhankelijk te zijn van externe factoren).